Sommigen zeggen dat de geschiedenis van Jacob Cohën begon in 1985 toen Adolfo Bardelle - beter bekend als Tato - het bedrijf oprichtte. Maar eigenlijk moet je nog verder teruggaan om de volledige story te kennen. Enkele jaren eerder was Tato nog ambulancechauffeur van beroep. De familie van zijn echtgenote, Elisabetta Converso, bezat in Cavarzere een textielwerkplaats met de naam Americancino.
Jongeren willen steeds iets anders
In het begin liepen de zaken uitstekend en er werden steeds meer merken in het leven geroepen zoals Outsider, Kinghino en Frank Scozzese. Americancino waren dé jeans voor jonge, modebewuste mensen. Maar Tato maakte de rampzalige fout dat hij zich niet aanpaste aan de steeds veranderende smaak van zijn publiek. Het ging bergaf met de zaken en in 1990 moest hij het faillissement aanvragen.
Een gelukkige herontdekking
Alle merken werden geveild, behalve Jacob Cohën, dat nog niet ontwikkeld was en daarom, in de praktijk niets waard. Het luxemerk belandde in de vergeethoek totdat zoon Nicola het herontdekte in 2003 en er een nieuwe impuls aan gaf. Hoewel zijn vader enkele briljante invallen gehad had, was Nicola net zo geniaal en creatief. Jacob Cohën werd opnieuw gelanceerd als luxe denim en kwam al snel naast de grootste topmerken in de winkels te liggen.
Unieke eigenschappen
Het succes van het product was toe te schrijven aan enkele bijzonder sterke punten. Eerst en vooral was er de visie achter de kledingstukken. De jeans moesten passen bij zowel formele momenten als bij een casual look. Vanzelfsprekend moest elke broek elegant maar comfortabel zijn. Een Jacob Cohën is verkrijgbaar in 3 pasvormen: 620 (regular fit), 622 (slim fit) en 688 (slim fit & high waist).
Alleen de beste stoffen zijn goed genoeg
Ook aan de kwaliteit van de stoffen werden vanaf het begin de hoogste eisen gesteld. Nicola koos het fijnste textiel van twee weverijen: Het Japanse Kurabo dat al sinds 1888 ’s werelds uitzonderlijk goede denim produceert en de Amerikaanse weverij Cone Mills, wereldleider in de productie van corduroy, flanel, denim en andere katoenen stoffen.
Duurzaam
Ook besteedde het merk vanaf het begin aandacht aan de duurzaamheid. Rond de eeuwwisseling was dat niet zo evident als nu. Jacob Cohën gebruikt Griekse puimsteen voor hun “stone-washed” jeans. Ze hanteren alleen maar natuurlijke kleurstoffen en weigeren agressieve chemicaliën om de kleur te fixeren. Daaruit volgt het voordeel dat elke collectie werkelijk uniek is. De jeans hebben trouwens allen een traceercode waarmee je weet door wie ze gemaakt werden en welke processen ze in het atelier doorlopen hebben.
Zilver
Een jeanscreatie van Jacob Cohën is een product met karakter. Elke broek wordt met de hand gemaakt. Alsof dit niet voldoende is, wordt er ook nog de nodige aandacht besteed aan de afwerking. De knopen en klinknagels zijn van zilver gemaakt en het materiaal voor de etiketten is ponyhaar. Wees dus niet verrast als je items in paarden- of ponyhaar ziet bij de accessoires. Bij Miinto is het assortiment van Jacob Cohën namelijk zo uitgebreid mogelijk. Dat is geen wonder als je weet hoeveel verschillende shops zich hier verenigen om de consument het allerbeste aan te bieden.